
Paus Franciscus en het Vaticaan
Sinds maart 2013 bestuurt de Argentijnse kardinaal Jorge Mario Bergoglio als paus Franciscus de Rooms-Katholieke Kerk. Zijn pausschap verschilt in stijl en presentatie in hoge mate van dat van zijn voorganger Benedictus XVI. Hij woont in het gastenverblijf in Vaticaanstad, verplaatst zich in een eenvoudige auto en gaat met iedereen een dialoog aan. Hij geniet grote populariteit onder gelovigen en vooral niet-gelovigen. Wereldwijd zijn de verwachtingen over zijn hervormingen hoog gespannen. Franciscus predikt een niet-klerikale kerk die naar buiten treedt en opkomt voor de zwakkeren van de samenleving: migranten, daklozen, ouderen. Hij heeft veel aandacht voor de preventie van seksueel misbruik en heeft een jarenlang proces van hervorming in gang gezet om te komen tot een Kerk waar geestelijken en leken (en dus ook vrouwen) samen gestalte geven aan de gemeenschap.
Na tien jaar pausschap vecht Franciscus nog steeds voor een cultuuromslag en een mentaliteitsverandering binnen de clerus. Zijn hervormingen beginnen vrucht af te werpen op het gebied van financiën en de bestrijding van corruptie binnen de Curie. Het bestuursapparaat van de Kerk heeft een reorganisatie ondergaan en is van nieuwe regels en statuten voorzien. Een kwart van de medewerkers binnen de Curie is vrouw. Op termijn zal ook een afdeling ervan door een vrouw worden geleid, heeft Franciscus beloofd.
Langzamerhand heeft de paus ook het college van kieskardinalen dat zijn opvolger zal kiezen voor meer dan twee derde gevuld met eigen kardinalen. Maar van aftreden wil hij duidelijk nog niet weten. De pandemie heeft voor vertraging gezorgd in de uitvoering van zijn vele plannen en reizen. Hoewel hij in 2021 een stevige darmoperatie heeft ondergaan, lijkt Franciscus voorlopig onvermoeibaar het roer van de Kerk in handen te willen houden.